Betekenis van Apsarase
In de religies zoals het boeddhisme, hindoeïsme en jainisme verwijst Apsarase naar hemelse nimfen bekend om hun schoonheid en gratie. Deze nimfen spelen een belangrijke rol in goddelijke verhalen, vaak aanwezig bij rituelen, geboorten en feestelijkheden. Ze worden beschreven als dansend en muzikerend in de nabijheid van de goden en koningen, en zijn symbool voor de aantrekkingskracht en de verfraaiing van de omgeving. Apsarase vertegenwoordigt dus een verbinding tussen schoonheid, devotie en het bovennatuurlijke in de Indiase mythologie.
In het Engels: Apsarase
Alternatieve spelling: Apsarasen
Let op: Onderstaande voorbeelden zijn enkel indicatief en weerspiegelen geen directe vertaling of citaat. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de feiten te controleren op waarheid.
Het Boeddhistische concept van 'Apsarase'
Binnen het boeddhisme zijn Apsarases goddelijke vrouwelijke wezens. Ze speelden een cruciale rol bij de zorg voor de koningin en het versterken van de gunstige voortekens bij de geboorte [1].
In Mahayana-boeddhisme zijn ze hemelse nimfen die belangrijke gebeurtenissen vieren met dans en muziek. Ze dienen Shakra, de heer van de deva's [2]. Verder dragen ze bij aan de goddelijke zorg tijdens de zwangerschap van Bodhisattva's en hun moeders [3]. Ze versieren de scène met hun schoonheid en aanwezigheid, wat bijdraagt aan de feestelijke sfeer van de geboorte van de Bodhisattva [4]. Deze nimfen worden geprezen om hun schoonheid en dans in het rijk van de deva's [5]. Ze vieren tevens significante gebeurtenissen [6].
Het Hindoeïstische concept van 'Apsarase'
Apsarases, hemelse nimfen uit de Hindoe mythologie, belichamen schoonheid en gratie [7]. Ze worden vaak geassocieerd met water en het goddelijke rijk, en treden op als danseressen . Deze betoverende wezens dansen ter ere van de zon .
Soms dienen ze als hofmeisjes voor de goden [8]. Ze zijn ook in staat om de aandacht van wijzen af te leiden, en treden op voor de goden . Hun dans voegt toe aan de feestelijkheden, zoals bij de kroning van Suryaprabha [9]. Apsarases, geboren uit schuim en water, hadden elk hun eigen dienstmeisjes [10].
Ze vergezellen Indra bij installatieceremonies . Ze worden ook wel beschouwd als courtisanes van de goden [11]. Soms verschijnen ze bij lotussen en eenden [12]. Ze zijn semi-goddelijke wezens . Vishnu schonk ze aan Naravahanadatta [13]. Ze dansen onder de takken van geliefde bomen [14]. Ze worden vergeleken met muzen [15]. Ze worden vaak opgeroepen in rituele contexten [16].
Het Jainistische concept van 'Apsarase'
In het Jainisme zijn Apsarases hemelse nimfen bekend om hun schoonheid en gratie, vaak aanwezig bij festiviteiten en goddelijke geneugten [17]. Ze worden vaak gezien in de gezelschap van de goden [18].
Deze hemelse wezens, vaak onderdeel van goddelijke verhalen, vergroten de grandeur van paleizen [19]. Verder worden ze vergeleken met de Khecara-maagden [20].
Ze symboliseren schoonheid en aantrekkingskracht, geassocieerd met plezier en betovering [21]. De nimfen in de hindoeïstische mythologie benadrukken de schoonheid en gratie van Sulakshana's bedienden [22]. Ze komen tevoorschijn uit de plezier-baden, wat de allure van de scène verhoogt [23].
Deze nimfen symboliseren ook de betoverende aard van vrouwen die deelnamen aan waterspelen met de koning [24]. Ze nemen deel aan rituelen met dans en muziek [25].
Het begrip van Apsarase in lokale en regionale bronnen
Apsarase, hemelse nimfen uit de Indiase geschiedenis, betoverden wijzen met hun schoonheid [26]. Ze waren danseressen uit de hemel, seksueel actief met de gandharva, volgens oude teksten [27]. De maan en de nakshatras speelden hierbij een rol.
Bronnen en referenties om verder te lezen
Bovenstaande opsomming is gebaseerd op een aantal (Engelstalige) artikelen in het Boeddhisme, Hindoeïsme, Jainisme, Geschiedenis en andere spirituele tradities. De gebruikte bronnen en meer informatie over waar “Apsarase� symbool voor staat kun je hieronder vinden ter referentie:
-) The Fo-Sho-Hing-Tsan-King (A Life of Buddha) door Samuel Beal: ^(1)
-) Mahavastu (great story) door J. J. Jones: ^(2), ^(3), ^(4), ^(5), ^(6)
-) Markandeya Purana door Frederick Eden Pargiter: ^(7)
-) Kathasaritsagara (the Ocean of Story) door Somadeva: ^(8), ^(9), ^(13), ^(15)
-) Ramayana of Valmiki (Griffith) door Ralph T. H. Griffith: ^(10), ^(12), ^(14)
-) Manusmriti with the Commentary of Medhatithi door Ganganatha Jha: ^(11)
-) Paraskara-grihya-sutra door Hermann Oldenberg: ^(16)
-) Trishashti Shalaka Purusha Caritra door Helen M. Johnson: ^(17), ^(18), ^(19), ^(20), ^(21), ^(22), ^(23), ^(24), ^(25)
-) Triveni Journal: ^(26)